Teelt

Onze innovatieve Nederlandse telers zijn erin geslaagd om Nederlandse Quinoa duurzaam en zonder pesticiden te telen. Nederlandse Quinoa wordt gangbaar (zonder pesticiden) en biologisch geteeld! Wil je meer weten over hoe Nederlandse quinoa wordt geteeld? Hieronder worden de verschillende stappen in het teeltproces verder uitgelegd.

Nieuwe quinoa rassen

Quinoa komt oorspronkelijk uit het Andesgebergte in Zuid-Amerika, waar een ander klimaat is. Hoe kan het dan toch in Nederland groeien?
Met behulp van nieuwe quinoa rassen, ontwikkeld door Wageningen University & Research (met klassieke veredeling), kan er in Nederland GMO-vrije quinoa worden geteeld zonder het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Deze nieuwe quinoa rassen zijn aangepast aan het Nederlandse klimaat; zo kunnen ze tegen de ongunstige omstandigheden die ons land moeten trotseren (regen, droogte, verzilte grond etc.). De quinoa rassen die van oorsprong in Zuid-Amerika worden geteeld, zijn gewend aan een constante daglengte, terwijl in Nederland de daglengte erg verschilt gedurende het groeiseizoen. Daarom zijn de nieuwe rassen ook hieraan aangepast om zo optimaal te kunnen presteren in Nederland. Van nature kan quinoa goed tegen grond met een hoog zoutgehalte. Hierdoor kunnen deze nieuwe rassen ook goed groeien op verzilte gronden (bijvoorbeeld langs de Noordzee-kust in Zeeland). Sinds 2014 wordt er met deze nieuwe rassen geteeld in Nederland. GreenFood50 is de exclusieve licentiehouder van deze rassen in de Benelux. Dit houdt in dat GreenFood50-telers als enige in deze landen de nieuwe rassen mogen telen.

Voorbewerking grond

Quinoa kan groeien op vele grondsoorten, waaronder zand en klei. Dankzij de nieuwe quinoa rassen kan er zelfs op verzilte grond quinoa worden geteeld. De structuur van de grond is het meest belangrijke voor een goede oogst. Een ideaal quinoa veld heeft een diepe, waterdoorlatende bovenlaag met een goede structuur (stevig, maar niet compact of te luchtig). Ook moet de grond zo veel mogelijk vrij zijn van onkruid, aangezien er in Nederland geen bestrijdingsmiddelen mogen worden gebruikt voor quinoa.

Zaaien

In Nederland kan het beste in het begin van de lente gezaaid worden (ongeveer dezelfde tijd als lentehaver en gerst). In de praktijk betekent dit dat het zaaigoed vanaf april de grond in gaat. 

Door het vroege zaaien heeft de quinoa plant zich ontwikkeld voordat onkruid en insecten een probleem kunnen worden. Daarnaast zorgt het ervoor dat de bloei- en korrelvullingsfase voor de hitte en droogte plaatsvinden. Hierdoor zal dus geoogst worden wanneer het droger is (in het midden of einde van augustus). Dit heeft een positief effect op de opbrengst en de kwaliteit van de zaden.

Bewatering

Quinoa kan beter tegen droogte dan gewassen als mais en tarwe. Quinoa is een unieke plant die zeer effectief en efficiënt onkruid kan verdringen wanneer het vochtgehalte van de grond relatief laag is. De quinoa plant maakt een uitgespreid wortelsysteem aan, wat ervoor zorgt dat hij goed grondwater kan opnemen. Om deze reden kan de quinoa plant goed tegen droogte. Wanneer er tijdens de eerste groeifases te weinig regen valt, is het wel aan te raden om te beregenen. Een te vroege droogte kan een nadelig effect hebben voor de opbrengst. Na de korrelvulling heeft de quinoa plant eigenlijk geen water meer nodig, aangezien de plant alleen hoeft op te drogen. Dit is gunstig, aangezien deze periode vaak in de drogere zomer valt, wanneer er niet kan of mag worden beregend.

Opkomst en groei

Nederlandse quinoa komt ongeveer 5 tot 30 dagen na het zaaien op. Na het ontkiemen steekt de quinoa plant eerst zijn energie in het maken van een uitgespreid wortelsysteem. Slim, want hierdoor heeft hij een voorsprong op het onkruid in drogere tijden. Na het vormen van het wortelsysteem, zal de quinoa plant zeer snel vegetatief gaan groeien, waardoor een dichte overkapping van bladeren ontstaat. Dit creëert schaduw en de plant is daarmee zeer effectief in het verdringen van onkruid. Voordat dit bladerdek gevormd is, wordt onkruid (dat toch opkomt tussen de quinoa planten) op een mechanische manier verwijderd door de vakkundige telers. Er worden geen bestrijdingsmiddelen toegepast op zowel de gangbare als de biologische Nederlandse Quinoa. Tijdens de teelt zorgen onze ervaren telers er met geavanceerde technieken voor dat de quinoa plant alles krijgt wat het nodig heeft.

Bloei, korrelvulling en rijping

Ongeveer drie maanden na het zaaien gaat de quinoa plant bloeien en maakt hij pluimen aan waarin de quinoa zaden in zitten. Tijdens de korrelvulling groeien de zaden in grootte en verkleuren ze van groen naar blond (rood voor rode quinoa). Deze periode eindigt met de verkleuring van de pluim. De rijpingsfase vindt plaats in de zomer. In deze fase drogen de pluimen op, verharden de zaden en er vindt een snelle bladveroudering plaats. Hierna is het tijd om te oogsten, meestal is dit rond eind augustus.  

Oogst

De ideale oogstperiode is rond eind augustus. De zaden moeten een laag vochtgehalte hebben voordat ze geoogst worden, bij voorkeur ≤20%. Een laag vochtgehalte zorgt ervoor dat de zaden minder gedroogd hoeven te worden, wat veel energie en geld scheelt. Later oogsten dan augustus kan wel, maar dan is het risico op regen tijdens het dorsen ook groter. Een goede indicatie om te oogsten is wanneer de zaden hard zijn en gemakkelijk met de hand kunnen worden gedorst. Dit kan gemakkelijk getest worden door er met de handen overheen te wrijven. Oogsten (dorsen en hakselen) kan met een standaarduitrusting, met dezelfde instellingen als bijvoorbeeld bij mosterd of raapzaad. Van de quinoa plant worden alleen de zaadjes geoogst. De rest van de plant blijft achter en wordt verhakseld. Deze gewasresten worden ondergeploegd en zo blijven er dus veel voedingsstoffen achter in de grond.

Schoning en verwerking

Na het oogsten, worden de quinoa zaden binnen 12 uur gedroogd om het vochtgehalte naar beneden te brengen, en dus de kwaliteit en microbiologische veiligheid van de Nederlandse Quinoa zaden te garanderen. Vervolgens worden de zaden geschoond met geavanceerde en optische technologieën om eventuele product-vreemde deeltjes als zand en steentjes te verwijderen en zo tot een zuiverheid van >99.95% te komen De nieuwe quinoa rassen hebben een zeer laag saponinegehalte (<0,11%). Saponine is een bittere anti-nutritionele stof die in de traditionele rassen in grote hoeveelheden aanwezig is in het buitenste laagje van het quinoa zaadje. Bij de nieuwe rassen zijn er, door het lage saponine gehalte, geen extra processtappen (polijsten en wassen) nodig om deze saponine te verwijderen. Dit scheelt water en energie; goed voor onze aarde dus! Daarnaast zorgt dit er ook voor dat belangrijke voedingsstoffen (die aanwezig zijn aan in het buitenste laagje) bewaard blijven en de zaden volkoren zijn. Dat is weer goed voor onze gezondheid! 

Interesse in het telen

van quinoa?

We zoeken nog nieuwe telers voor het nieuwe teeltseizoen. Als u meer informatie wilt, of u wilt aanmelden als nieuwe teler, kunt u hier het aanvraagformulier invullen.